Waterpokken

Waterpokken is een besmettelijke ziekte. Mensen krijgen het door een virus. De meeste mensen krijgen waterpokken als kind. Waterpokken komt in Nederland heel veel voor.

Wat is het?

Iedereen kan waterpokken krijgen. De meeste mensen in Nederland hebben als kind waterpokken gehad.  

Sommige mensen kunnen erger ziek worden van waterpokken: 

  • pasgeboren baby’s 
  • mensen die minder afweer tegen ziektes hebben 
  • vrouwen die zwanger zijn 

Deze mensen kunnen beter uit de buurt blijven van iemand met waterpokken. Hebben zij toch contact gehad met iemand met waterpokken? Dan moeten ze met de huisarts overleggen. Dat is alleen nodig als ze nog geen waterpokken hebben gehad. 

Iemand die waterpokken heeft gehad krijgt de ziekte niet opnieuw. Het virus blijft wel in het lichaam en kan later soms weer actief worden. Dan heet het gordelroos. 

Het virus zit in de keel en neus van iemand die besmet is. Door hoesten en niezen komen kleine druppeltjes met het virus in de lucht. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken. Het virus zit ook in het vocht dat in de blaasjes zit.  

Besmetting is moeilijk te voorkomen. Dit komt, omdat iemand met waterpokken al besmettelijk is voordat de ziekteverschijnselen optreden. 

Waterpokken zijn heel besmettelijk: 

  • Al twee dagen vóórdat de rode bultjes te zien zijn op de huid 
  • Waterpokken blijven besmettelijk totdat de meeste blaasjes een korstje hebben. 
  • De tijd tussen besmet raken en ziek worden is ongeveer tien tot 21 dagen. 

Wat merk ik?

  • Koorts  
  • Niet lekker voelen 
  • Kleine rode bultjes op de huid 
  • Bultjes worden jeukende blaasjes 
  • Blaasjes op het lijf, het gezicht en tussen de haren.  
  • Soms zitten de blaasjes in de mond. 
  • De blaasjes worden korstjes. 

Wat kan ik doen?

  • Bij kinderen is behandeling meestal niet nodig. Je kunt bij de apotheek of drogist iets halen tegen de jeuk. Probeer niet aan de blaasjes te krabben. De blaasjes kunnen dan gaan ontsteken. 
  • Is een tiener of volwassene erg ziek door waterpokken? Overleg dan met de huisarts. 

  • Voelt iemand zich goed? Dan kan hij kan gewoon naar het kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, school of werk. Iemand is al besmettelijk voordat er klachten zijn. Thuisblijven helpt niet om waterpokken te voorkomen. 
  • Heeft je kind waterpokken? Vertel het dan aan de leidster of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van waterpokken bij hun kind. 
  • Voelt een volwassene zich goed? Dan kan hij weer naar het werk. Werk je in de zorg? Dan moet je eerst overleggen met je werkgever, de bedrijfsarts of de GGD voor je weer gaat werken. 
  • Het is moeilijk om waterpokken te voorkomen. Iemand is al besmettelijk voordat hij klachten heeft. 
  • Er is een inenting om waterpokken te voorkomen. Deze zit niet in het Rijksvaccinatieprogramma, maar is wel te krijgen op eigen kosten. Heb je geen waterpokken gehad en wil je zwanger worden? Of heb je minder afweer tegen ziektes? Dan kan deze inenting belangrijk zijn. Overleg dit met je huisarts.  
  • Probeer het vocht uit de blaasjes niet aan te raken. Is dat toch gebeurd? Was dan de handen. 
  • Is er vocht uit de blaasjes op speelgoed of andere spullen gekomen? Maak het dan schoon. 

Bij hoesten en niezen:  

  • Gebruik een papieren zakdoek. Heb je geen papieren zakdoek bij de hand? Hoest dan in de plooi van de elleboog. Gebruik een zakdoek maar een keer. Gooi de zakdoek na gebruik weg. Was hierna de handen. 
  • Het is niet nodig om bij iedereen die hoest of niest uit de buurt te blijven. Houd pasgeboren baby's wel uit de buurt van hoestende en niezende mensen. 
  • Was regelmatig de handen met water en zeep, zeker na hoesten, niezen en de neus snuiten. 

School of kinderopvang?

Voor docenten van scholen en medewerkers van kinderdagverblijven is meer informatie beschikbaar over infectieziekten en het melden daarvan.


Heb je nog vragen?

Neem contact op met het team Infectieziektebestrijding.

Op werkdagen bereikbaar van 08.30 - 17.00 uur