Nieuwsberichten Reststoffen Energie Centrale (REC)

Hier lees je het laatste nieuws rondom de Reststoffen Energie Centrale (REC). De belangrijkste ontwikkelingen lees je hieronder.

Op basis van de eerste resultaten van het luchtkwaliteitsonderzoek en de zoutzuurmetingen in Harlingen zijn geen extra gezondheidseffecten te verwachten. GGD Fryslân heeft de eerste meetresultaten van beide onderzoeken beoordeeld op gezondheidseffecten. De luchtkwaliteit in Harlingen is vergelijkbaar met de rest van Fryslân.

Conclusie zoutzuurmetingen november 2016-mei 2017

In de periode november 2016-mei 2017 hebben de zoutzuurmeters alleen vals-positieve alarmeringen gegeven. Bij alle alarmeringen in deze meetperiode kon de gebruiker van de meetapparatuur een specifieke oorzaak voor de alarmering aangeven. Deze oorzaken zijn terug te voeren op blootstelling aan andere stoffen dan zoutzuur, met name stikstofmonoxide, afkomstig uit o.a. uitlaatgassen van vrachtwagens, scheepsmotoren en middelen in de productieomgeving. Ook specifieke werkzaamheden zoals lassen zijn de oorzaak van alarmeringen. In geen van de gevallen kan een signalering worden teruggevoerd op uitstoot van zoutzuur door de REC. De tot nu toe gemeten waarden blijven ver onder het niveau waarboven gezondheidsklachten kunnen optreden of kunnen worden verwacht. Zie ook het tussentijdse evaluatierapport.  

Conclusie luchtkwaliteitsonderzoek november 2016-mei 2017

Op grond van de meetresultaten in de periode november 2016-februari 2017 zijn er geen specifieke, extra gezondheidsklachten te verwachten. De luchtkwaliteit op leefniveau in Harlingen en omgeving kan worden vergeleken met de rest van Friesland en is beter dan de luchtkwaliteit in de Randstad. Naar Nederlandse maatstaven kan de luchtkwaliteit als goed worden beoordeeld. Zie ook de reactie van GGD Fryslân op het luchtkwaliteitsonderzoek.  

Over de onderzoeken

In november 2016 is een luchtkwaliteitsonderzoek op leefniveau in Harlingen gestart, uitgevoerd door GGD Amsterdam. In dezelfde periode zijn ook zoutzuurmetingen gestart in de lucht rondom de REC; dit wordt door GGD Fryslân gedaan. Meer weten over de beide onderzoeken? Kijk dan op www.recloket.nl.

Stand van zaken luchtkwaliteitsonderzoek op leefniveau

Op dinsdag 15 november 2016 is het luchtkwaliteitsonderzoek op leefniveau in de omgeving van de REC officieel van start gegaan. Via twee meetstations op de grond, zoutzuurmeters bij ondernemers en via buisjes op diverse locaties in Harlingen en omgeving wordt de kwaliteit van de lucht rondom de REC gemeten.

Luchtkwaliteitsonderzoek

Inmiddels hebben de meetstations twee maanden gemeten. Momenteel worden de resultaten van deze eerste periode verwerkt in een rapportage en vinden de laatste analyses van de buisjes plaats. De eerste conclusie is dat er geen bijzonderheden zijn geconstateerd, die gerelateerd kunnen worden aan de REC. Er zijn geen substantiële verhoogde waarden gemeten die aanleiding kunnen geven tot gezondheidsklachten. De meldingen bij de zoutzuurmeting waren terug te voeren op verbrandingsmotoren van een schepen en vrachtauto’s en laswerkzaamheden. Deze werden veroorzaakt door andere stoffen als gevolg van zgn. kruisgevoeligheid. Een aantal pieken die zijn geweest, worden nog nader bekeken. De verwachting is dat deze rapportages met een samenvatting over vier weken zijn afgerond en op het REC-loket worden geplaatst.

Zoutzuurmetingen bij ondernemers

De metingen naar de aanwezigheid van zoutzuur in de lucht rondom de REC zijn tijdelijk stopgezet vanwege problemen met de meetapparatuur. Die bleek niet goed te ijken en viel af en toe uit. Daarom is alle apparatuur teruggestuurd naar de leverancier. Het is de bedoeling om de metingen zo snel mogelijk te hervatten.

Luchtkwaliteitsonderzoek op leefniveau van start

Op dinsdag 15 november 2016 is het luchtkwaliteitsonderzoek op leefniveau in de omgeving van de REC officieel van start gegaan. Via twee meetstations op de grond en zoutzuurmeters bij ondernemers wordt de kwaliteit van de lucht rondom de REC gemeten. De gemeente Harlingen is opdrachtgever van het onderzoek en is hierbij bijgestaan door de begeleidingsgroep, de FUMO en de provincie Fryslân.

Continue metingen met meetapparatuur

Op twee locaties rondom de REC is een meetstation geplaatst. Er staat een station op de Readyk in Wijnaldum en er staat een station op het terrein van het Windpowercentre aan de Lange Lijnbaan. Het meetstation meet continue de volgende stoffen: PM10 (fijnstof), CO (koolstofmonoxide), SO2 (zwaveldioxide), BTX (benzeen, tolueen en xyleen) en NOx (stikstofoxiden).

Daarnaast worden op 21 locaties in en rondom Harlingen buisjes geplaatst die luchtmetingen verrichten. Deze buisjes worden regelmatig verwisseld en geanalyseerd. De buisjes meten NO2 (stikstofdioxide), SO2 (zwafeldioxide), HCL (Waterstofchloride), HF (waterstoffluoride) en NH3 (ammoniak).

Hoe kan ik de continue metingen volgen?

De continue metingen worden uitgevoerd door GGD Amsterdam. De meetgegevens uit de meetstations worden per uur bijgewerkt en zijn via internet en via een app te bekijken. Kijk daarvoor op de website www.luchtmeetnet.nl en de app Mijn Luchtkwaliteit. Iedere twee maanden volgt er een samenvattende rapportage van de meetresultaten van de stations en de buisjes. Deze wordt samen met een reactie van GGD Fryslân en de begeleidingsgroep op www.recloket.nl geplaatst.

Zoutzuurmeters bij ondernemers

Naast de continue meting wordt specifiek de aanwezigheid van waterstofchloride in de lucht rondom de REC gemeten. Waterstofchloride is een bijtende damp, afkomstig van zoutzuur, die kan leiden tot gezondheidsklachten. Vijf bedrijven in een cirkel van 1000 meter rondom de REC nemen deel aan de zoutzuurmeting. Elk deelnemend bedrijf krijgt een zoutzuurmeter in bruikleen, die door een medewerker wordt gedragen tijdens werkzaamheden in de buitenlucht. Bij een hogere concentratie waterstofchloride in de lucht, geeft de zoutzuurmeter een signaal. De ondernemers hebben van GGD Fryslân instructies gekregen hoe te handelen wanneer er een bepaald signaal gegeven wordt.

Hoe kan ik de zoutzuurmetingen volgen?

De zoutzuurmetingen worden uitgevoerd door GGD Fryslân. Eens per maand worden signaleringen die in die maand zijn binnengekomen op www.recloket.nl geplaatst. Daarbij wordt aangegeven op welke manier is gehandeld na signalering.

Duur luchtkwaliteitsonderzoek

Het totale luchtkwaliteitsonderzoek duurt een jaar. Het meetstation in Wijnaldum wordt na drie maanden geëvalueerd met de mogelijkheid tot verlenging. De zoutzuurmetingen worden na een half jaar geëvalueerd en kunnen dan ook verlengd worden.

Vragen over het onderzoek?

  • Algemene vragen over het onderzoek: gemeente Harlingen, telefoonnummer: 14 0517.
  • Specifieke vragen over de twee meetstations: GGD Amsterdam, telefoonnummer: 020 55 55 405.
  • Specifieke vragen over de zoutzuurmeting: GGD Fryslân, telefoonnummer: 088 22 99 222.
  • Vragen over de volksgezondheid: GGD Fryslân, telefoonnummer: 088 22 99 222.

Eieren hobbykippen bevatten soms hogere gehaltes dioxines

Eieren van hobbykippen bevatten in het algemeen hogere gehaltes aan dioxines en PCB’s dan eieren die in de winkel worden verkocht. Dit blijkt uit een onderzoek van RIKILT Wageningen UR in samenwerking met GGD’s, het RIVM en de NVWA. Aanleiding voor het onderzoek waren metingen bij enkele particuliere kippenhouders bij Harlingen, waar in sommige eiermonsters relatief hoge gehaltes werden aangetroffen.

Onderzoek

In het voorjaar van 2014 heeft ook GGD Fryslân particuliere kippenhouders gevraagd of zij wilden meewerken aan dit landelijke onderzoek naar dioxines in eieren. De Nederlandse overheid wilde graag weten hoe het zit met dioxinegehaltes in eieren van particulieren die kippen houden met een vrije uitloop. Onderzoek in Harlingen had namelijk laten zien dat dergelijke eieren in sommige gevallen verhoogde gehaltes dioxines bevatten. Verondersteld werd dat dat elders ook het geval kan zijn. Aan het uitgebreide onderzoek hebben 62 particuliere kippenhouders verspreid over Nederland, vrijwillig meegedaan. Na analyses bleek dat het beeld overeenkwam met dat van Harlingen. De metingen toonden geen regionale verschillen aan en ook de soorten dioxines geven geen aanwijzing voor mogelijke specifieke bronnen. Uit eerder onderzoek is bekend dat inname van grond de belangrijkste bron is voor dioxines in eieren van kippen met vrije uitloop.

Acties

Door regelmatige consumptie van eieren met hoge gehaltes kan de maximaal toelaatbare inname van dioxines worden overschreden. Bij langdurige overschrijding zijn risico’s voor de gezondheid niet uit te sluiten. De onderzoekers bevelen daarom aan om gerichte acties te ondernemen om de opname van dioxines door kippen te beperken. Dat kan bijvoorbeeld door het plaatsen van tegels of vervangen van de grond in de ren en het aangrenzende deel van de uitloop, het verwijderen van (oude) stookplaatsen in de uitloop en het voeren van kippen vanuit een bak.

Fryslân

Uit Fryslân hebben 15 deelnemers mee gedaan aan het onderzoek. Dit betrof een representatieve selectie van particulieren uit de regio. Voor de resultaten van Fryslân geldt dat er geen afwijkingen zijn gevonden met het landelijke beeld.

Resultaten vervolgonderzoek dioxine bekend

In september 2013 zijn in eieren van kippen van sommige gezinnen in en bij Harlingen te veel dioxines aangetroffen. In opdracht van de gemeente Harlingen is GGD Fryslân in samenwerking met het RIVM en RIKILT een vervolgonderzoek gestart. Uit dit vervolgonderzoek komt naar voren dat de hoeveelheid dioxinen die in de eieren gemeten zijn in lijn liggen met de resultaten van het onderzoek van Toxicowatch in september. Daarnaast zijn in het patroon van de verschillende soorten dioxines in de eieren geen afwijkingen aangetroffen ten opzichte van de dioxines in eieren van hobbyboeren elders in Nederland. Dit betekent dat er geen specifiek Harlinger patroon is gevonden.

Onderzoek en resultaten

Het RIVM heeft in opdracht van de gemeente Harlingen in december zeer nauwkeurige metingen laten doen door RIKILT. Dit is een laboratorium dat gespecialiseerd is in voedselveiligheid en landelijke en Europese taken heeft om de kwaliteit en betrouwbaarheid van andere laboratoria te borgen. Ten behoeve van het onderzoek zijn eieren onderzocht van zes hobbykippenhouders die zich, na een oproep van de gemeente, hadden aangemeld voor het onderzoek. Hiervan waren vier al door Toxicowatch onderzocht. Het gaat om adressen van particulieren met een klein aantal kippen. Van deze adressen zijn er vier met een hoeveelheid dioxines die groter is dan de wettelijke norm voor de verkoop van eieren.

Maatregelen en vervolg

De GGD heeft de bewoners van de zes adressen benaderd en gaat met hen in overleg over te nemen maatregelen. De gemeente gaat een aantal maanden later opnieuw onderzoek doen of de hoeveelheid dioxines in de eieren gewijzigd zijn. Het is niet verboden om de eieren te eten, maar de GGD blijft het eten van veel eieren van eigen kippen afraden. Dit geldt met name voor kinderen en personen die nog kinderen willen krijgen. 

Omdat er geen specifiek Harlinger probleem is aangetroffen, is een landelijke aanpak van de hoeveelheid dioxines in eieren van particulieren met een klein aantal kippen wenselijk. De GGD zet zich hiervoor in. Ook zijn hierover inmiddels Kamervragen gesteld.

Download samenvatting onderzoeksrapport

Heb je nog vragen?

Heb je vragen over gezondheid in jouw omgeving? Dan kun je ons gerust bellen of mailen.

Op werkdagen bereikbaar van 09.00-17.00 uur