Roodvonk

Roodvonk is een besmettelijke ziekte. Je krijgt het door een bacterie. Het komt vooral voor in de zomer, meestal bij kinderen tussen de drie en zes jaar.

Wat is roodvonk?

Roodvonk is een vlekjesziekte. Je krijgt het van een bacterie. Meestal is de ziekte mild. Vooral kinderen lopen risico op een besmetting. Er bestaat geen inenting tegen roodvonk.

Hoe werkt een besmetting?

  • De bacterie zit in de neus en keel van iemand die besmet is. Veel mensen dragen deze bacterie bij zich zonder ziek te worden. Door hoesten, niezen en praten komen kleine druppeltjes met de bacterie in de lucht. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken. 
  • Je bent besmettelijk als de eerste klachten beginnen, al voor er vlekjes zijn. Na 10 tot 21 dagen is iemand niet meer besmettelijk. Medicijnen kunnen die tijd verkorten. 
  • Iedereen kan roodvonk krijgen. Vooral kinderen ouder dan 3 jaar krijgen de ziekte. Soms worden mensen erger ziek door roodvonk. Ze kunnen dan bijvoorbeeld problemen met de nieren krijgen. 
  • Iemand die roodvonk heeft gehad kan de ziekte opnieuw krijgen. 

Wat merk ik?

De klachten beginnen meestal met:

  • Koorts 
  • Braken 
  • Hoofdpijn 
  • Keelpijn 
  • Felrode vlekjes, ruwe huid 
  • Puntjes op de tong (frambozentong) 
  • Vervellende huid 

Wat kan ik doen?

Roodvonk gaat meestal vanzelf over. De klachten duren 7 tot 10 dagen. Soms besluit een arts toch medicijnen tegen roodvonk te geven. 

  • Heeft je kind roodvonk? Vertel het dan aan de leidster of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van roodvonk bij hun kind. Soms zijn extra maatregelen op de kinderopvang of school nodig. 
  • Voelt een kind zich goed? Dan kan het gewoon naar de kinderopvang of school. 
  • Een volwassene met roodvonk die zich goed voelt, kan gewoon werken. 
  • Werk je met jonge kinderen of in de zorg? Overleg dan eerst met je werkgever, de bedrijfsarts of de GGD voor je weer gaat werken. 

Er is geen inenting tegen roodvonk. 

Bij hoesten en niezen:  

  • Gebruik een papieren zakdoek. Heb je geen papieren zakdoek bij de hand? Hoest dan in de plooi van je elleboog. Gebruik een zakdoek maar een keer. Gooi de zakdoek na gebruik weg. Was hierna de handen. 
  • Het is niet nodig om bij iedereen die hoest of niest uit de buurt te blijven. Houd pasgeboren baby's wel uit de buurt van hoestende en niezende mensen. 
  • Was regelmatig de handen met water en zeep, zeker na hoesten, niezen en de neus snuiten.

Heb je nog vragen?

Neem gerust contact met ons op. Hoe? Dat bepaal jij zelf. Bekijk de verschillende manieren.

Op werkdagen bereikbaar van 08.30 - 17.00 uur