Een forensisch arts inschakelen

‘(…) De forensisch arts doet onderzoek naar het misdrijf’. We lezen het regelmatig in het nieuws of zien de witte pakken op het journaal. Maar wat doet een forensisch arts van GGD Fryslân precies en wanneer wordt er een beroep op deze arts gedaan?

Arrestantenzorg

Eén van de belangrijkste onderdelen van het werk van een forensisch arts is de zorg voor mensen die gearresteerd zijn. Zodra iemand in een politiecel zit, neemt de forensisch arts de taken van de huisarts over. Soms schakelt de politie een arts in, maar de arrestant (persoon die gearresteerd is) kan ook zelf vragen om de forensisch arts. Onze forensisch artsen zijn dan ook 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar.

De politie schakelt de forensisch arts in als zij denkt dat een medische beoordeling nodig is. Bijvoorbeeld als de politie vermoedt dat de arrestant onder invloed is van alcohol en/of drugs of als bekend is dat de arrestant een ziekte heeft waarvoor behandeling met medicijnen noodzakelijk is. Ook kan de forensisch arts de vraag gesteld worden of er medische redenen zijn waarom iemand niet ingesloten kan worden.

In sommige gevallen verwijst de forensisch arts een arrestant door naar een ziekenhuis of naar de crisisdienst van de GGZ. Dit is op grond van de medische toestand van de arrestant. Iemand kan bijvoorbeeld gewond, suïcidaal of psychotisch zijn. Daarnaast komt het regelmatig voor dat een arrestant verslaafd is aan alcohol of drugs en extra aandacht nodig heeft.

De forensisch artsen van GGD Fryslân worden in de hele provincie ingezet. De arts komt naar het lokale politiebureau of naar het arrestantencomplex in Leeuwarden.

Gedetineerden hebben 24 uur per dag recht op goede medische zorg op het niveau van de huisartsenzorg. In Penitentiaire Inrichting Noord in Leeuwarden (voorheen de Marwei) wordt deze zorg op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur door de medische dienst van de inrichting geleverd. Met P.I. Noord is de afspraak gemaakt dat in de avond, nacht en in de weekenden voor deze zorg een beroep gedaan kan worden op de forensisch arts van GGD Fryslân.

Lijkschouw

De forensisch artsen van GGD Fryslân zijn door de Friese gemeenten benoemd als gemeentelijk lijkschouwers. Bij overlijden door een niet natuurlijke oorzaak, zoals ongevallen, zelfdoding of een vermoedelijke misdrijf, schakelt de politie de forensisch arts in. Samen met politie en recherche (forensische opsporing) onderzoekt de arts de situatie en probeert de doodsoorzaak en het tijdstip van overlijden vast te stellen. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij vermoeden van overlijden door schuld van anderen, wordt de Officier van Justitie geadviseerd een gerechtelijke sectie uit te laten voeren door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

Als huisartsen of specialisten twijfelen of hun patiënt een natuurlijke dood is gestorven, wordt ook contact opgenomen met de forensisch arts om de situatie te bespreken. De forensisch arts kan dan, als er reden voor is, de schouw overnemen. De forensisch arts werkt daarbij vaak samen met politie en recherche. De forensisch arts kan ook ingeschakeld worden bij vermoeden van foutieve medische (be)handeling als oorzaak van een overlijden.

De forensisch arts is ook als gemeentelijk lijkschouwer betrokken bij euthanasie. De arts gaat na of de euthanasie volgens de zorgvuldigheidseisen is uitgevoerd. De forensisch arts bespreekt de situatie met de uitvoerend huisarts/specialist en neemt de vereiste papieren in ontvangst. Nadat de forensisch arts het lichaam heeft gezien, neemt hij/zij contact op met de Officier van Justitie. Wanneer de uitvoering van de euthanasie aan alle zorgvuldigheidseisen voldoet, wordt het lichaam door de Officier van Justitie ‘vrijgegeven’.

Alle behandelend artsen zijn verplicht elk overlijden van een minderjarige te melden bij de forensisch arts. Als er sprake is van een onverklaard onverwacht overlijden, kan er nader onderzoek plaats vinden naar de doodsoorzaak. Hier worden zo nodig andere medisch specialisten bij betrokken. Bij het vermoeden van een niet natuurlijk overlijden worden ook politie en recherche ingeschakeld.

Afname van bloed- en weefselmonsters

De forensisch arts van GGD Fryslân neemt bloed en ander lichaamsmateriaal af voor onderzoek op alcohol, drugs of medicijnen of voor het maken van DNA-profielen. De GGD doet dit meestal in opdracht van de politie, justitie of de reclassering.

Als iemand wordt aangehouden voor rijden onder invloed van alcohol of drugs, wordt de forensisch arts gevraagd bloed af te nemen. Op deze manier kan er bepaald worden hoeveel alcohol, drugs of medicijnen er in het bloed zitten. Ook bij geweldplegers kan bloed worden afgenomen om te onderzoeken of er alcohol of drugs in het spel waren ten tijde van het incident. Bij alcohol gebeurt bloedafname alleen als de blaastest (wettig bewijs) niet lukt, of als de ademanalyse niet kan worden uitgevoerd. Bij drugs gebeurt dit na een positieve speekseltest. Dit is vastgelegd in artikel 8 van de Wegenverkeerswet en het Besluit middelenonderzoek geweldplegers.

In de meeste gevallen wordt DNA-onderzoek gedaan bij slachtoffers en verdachten van zeden- en geweldsdelicten. Na de afname van lichaamsmateriaal, kan het DNA onderzocht en vergeleken worden met andere DNA-profielen. Er zijn drie manieren om lichaamsmateriaal af te nemen: wangslijmvlies, bloed en haarwortel. Daarnaast kunnen er bij slachtoffers van zedendelicten monsters worden afgenomen om DNA van een dader op te sporen.

Afhankelijk van de situatie wordt DNA afgenomen door politie of door de forensisch arts. Een slachtoffer laat DNA-materiaal meestal vrijwillig afnemen. Bij een verdachte kan deze afname zowel op vrijwillige basis als op bevel van de Officier van Justitie gebeuren.

Een middelencontrole houdt in dat er gecontroleerd wordt of een persoon alcohol, drugs of medicijnen gebruikt heeft.

Op verzoek van de reclassering kunnen medewerkers van de afdeling forensische geneeskunde hun cliënten controleren op gebruik van verboden middelen. Dit doen ze door middel van een urineonderzoek.

Letselbeschrijving en -rapportage

Voor slachtoffers van mishandeling is het belangrijk dat het letsel zo snel en goed mogelijk wordt beschreven. Een nauwkeurige letselbeschrijving voorkomt dat er later onduidelijkheid ontstaat over de aard, de ernst en het herstel van het opgelopen letsel.

Onderzoek

De forensisch arts verricht voor de letselbeschrijving een gericht lichamelijk onderzoek, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan zichtbaar en onzichtbaar letsel. Hiervan worden foto’s gemaakt. Van de bevindingen wordt een onafhankelijk rapport opgesteld voor politie en justitie.

Letselbeschrijving

 

Sporenonderzoek bij zedenzaken

Doet iemand aangifte van een zedenmisdrijf bij de politie? Of meldt iemand zich via bij het Centrum Seksueel Geweld (CSG)? Dan wordt met de betrokkene het belang van forensisch medisch onderzoek besproken. Als de betrokkene toestemt, doet de forensisch arts zo snel mogelijk lichamelijk onderzoek. Volgens een vast protocol onderzoekt de arts sporen van geweld en biologisch materiaal (bloed, sperma, speeksel en ander DNA-bevattend materiaal). Ook is het belangrijk om het opgelopen letsel te beschrijven. Het sporenonderzoek gebeurt in samenwerking met de technische recherche. Bij voorkeur in combinatie met het medisch onderzoek door de gynaecoloog.

Crisisinterventie

Personen in verwarde toestand kunnen een gevaar zijn voor zichzelf en voor anderen. De politie kan deze mensen uit veiligheidsoverwegingen meenemen. Op verzoek van de politie onderzoekt onze forensische arts verwarde personen. De arts beoordeelt de situatie en regelt waar nodig verdere psychiatrische of andere noodzakelijke hulp.

Contact

Voor vragen of meer informatie, neem contact op met het team van forensische geneeskunde.